De tragiek van de Witte Roos

Gepubliceerd op 10 september 2020 om 12:02

Er zijn van die plekken waar een verhaal bij hoort dat je je leven lang bij blijft… 

 

Eind jaren tachtig was ik tijdens een vakantie op bezoek bij mijn oom en tante. Hij werkte in de diplomatieke dienst, en ze waren op dat moment gestationeerd in Istanbul. Het verste punt binnen Europa dat je met  een interrail-kaart kon bereiken. We kwamen aan na een treinreis van meer dan 24 uur, en mijn tante leidde ons rond in het gebouw en de tuin. In oude muur bij een trap in die tuin zit een sneeuwwit, ingemetseld beeldje. Het stelt een jonge vrouw voor, liggend op een sofa. Bij het beeldje staat een witte roos. Ik vroeg haar wie of wat het voorstelde, en zij zei lachend: “Oh, dat is ons huisspook…” 

 

Dat is een opmerking die om verdere verklaring vraagt natuurlijk, en eenmaal weer binnen schonk ze ons wat te drinken in en vertelde het verhaal van deze dame. Beyas Gül heet ze, wat ‘witte roos’ betekent. En het verhaal bleek te beginnen bij een Nederlander: Cornelis Calkoen. In 1726 kwam deze Cornelis Calkoen aan als diplomatiek gezant in het Ottomaanse Rijk, in de stad die toen nog Constantinopel heette. Hij verstond zijn vak, en maakte zichzelf van waarde voor zowel de Sultan als de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, zoals ons land toen nog heette. Op een dag ontmoette deze man een jonge vrouw: Beyaz Gül. En wat eigenlijk helemaal niet kon of mocht gebeurde toch: die twee kregen een innige relatie, die jaren zou duren. 

 

Nu blijft een diplomaat nooit zijn hele leven op één plek, ook toen al niet. In 1744 werd Calkoen overgeplaatst, en het was ondenkbaar dat Beyaz Gül met hem mee zou kunnen gaan. “Ik kom zo snel ik kan terug. Wacht op mij…” vroeg hij haar. En dat deed ze. Dag na dag, bij de poorten van het Palais de Hollande. Calkoen werd ondertussen door de Staten Generaal op verschillende andere posten geplaatst. Pas in 1763 mocht hij terug naar het Ottomaanse rijk, maar tragisch genoeg stierf hij kort voor hij zou vertrekken. Hij heeft zijn geliefde Beyaz Gül nooit meer terug gezien. 

 

En ondertussen wachtte Beyaz Gül nog steeds… Niemand durfde haar te vertellen wat er met Calkoen gebeurd was, en uiteindelijk stierf ze daar, bij de poort, aan een gebroken hart. Maar volgens de legende wacht ze nog steeds, en komt ze bij elke nieuwe ambassadeur of consul op bezoek, om te zien of dit dan eindelijk haar geliefde Cornelis is. Als Beyaz Gül rondwaard, gaan er zomaar deuren open en dicht, worden er dingen ’s nachts verplaatst, volgens mijn tante vielen er soms zelfs spontaan schilderijen van de muur… 

 

Een machtig mooi verhaal natuurlijk - maar wel het soort verhaal dat ik eigenlijk niet moet horen als ik doodmoe ben, het veel te warm heb en ook nog een scheutje alcohol gedronken heb voor ik naar bed ga. Ik had die nacht woeste dromen van ronddraaiende derwisjen, witte vrouwen die door gangen zweefden, ik hoorde constant gestommel en gedoe… ik was gewoon blij dat het weer licht werd!  

 

Was het Beyaz Gül die mij die nacht bezocht, op zoek naar haar geliefde? Of was het mijn op hol geslagen fantasie in combinatie met de geluiden van de gasten van de consul die midden in de nacht aankwamen? Ik zal het nooit weten. Maar altijd als ik aan Turkije denk, of als ik ergens een mooie witte roos zie bloeien, dan denk ik weer aan dat verhaal van die àndere Witte Roos, die voor de poorten van het Palais de Hollande stierf aan een gebroken hart. 

 

 

 

 

Janneke 

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.